Challah (voor 2 broden van 430 gr)
2 theelepels / 6 gram droge gist
500 gr bloem
60 gr warm water
3 grote eieren, plus een om te bestrijken
8 gram tafelzout
55 gram plantaardige olie (bij voorkeur goede olijfolie)
85 gram milde honing (of 70 gram suiker)
Maak een “gist-slurry” door in een grote kom 30 gram van de bloem met de gist te mengen. Voeg het warme water toe en klop dat er doorheen. Laat 10-20 minuten staan totdat het begint te fermenteren en wat is uitgezet.
Mix er de 3 eieren, zout, olie en honing door (doe eerst de olie, gebruik dan dezelfde maartbeker voor de honing. Zo gaat de honing eenvoudig uit de beker), totdat de eieren goed zijn opgenomen en het zout is opgelost.
Meng nu de resterende bloem met je handen of houten lepel door het mengsel. Wanneer het mengsel een soort van bal kan vormen, haal het uit de kom en kneed het gedurende 5 minuten tot een stevig deeg ( beetje kleiachtige dikte). Mocht er meer bloem of water nodig zijn, voeg dit toe.
Was de kom uit met heet water en doe de bal met het deeg er in. Dek af met plastic folie en laat gedurende 2 uur rijzen op kamertemperatuur. Bedek dan een bakplaat met bakpapier.
Haal na twee uur het deeg uit de kom en verdeel in twee porties.
Voor challah zonder vulling: verdeel ieder deel in drie, vier of vijf gelijke balletjes (afhankelijk of je met 3,4 of 5 strengen wil gaan vlechten) en rol de balletjes uit tot lange rolletjes ( circa 40 cm ). Vlecht de broden en leg op het bakblik. Mocht je de challah willen vullen met bijv. chocolade; rol dan de strengen zachtjes plat, leg het mengsel erop en rol weer dicht. Vlecht vervolgens en leg op bakblik. Dek af met plasticfolie.
Laat het brood nogmaals 2 uur rijzen. Zet een half uur voor het einde van deze rijstijd de oven aan op 160C. Het brood is goed gerezen wanneer het in volume is verdubbeld en terugveert wanneer het wordt ingedrukt. Leg op de bakplaat en bestrijk met het losgeklopte ei. Bak gedurende 25-35 minuten. Laat afkoelen op een rooster.
Toelichting:
Het brood wordt op de vrijdag gebakken en hoort klaar te zijn voor zonsondergang; dan begint de Erev Shabbat ( Shabbat avond). Traditioneel horen er twee gevlochten broden te zijn (Challot) vanwege het manna in de woestijn dat alleen op de dag voorafgaand aan de Shabbat voor 2 dagen werd gegeven. De Challot staat op de tafel, bedekt door een kleedje. Hierover wordt een zegen uitgesproken: Baruch ata Adonai, Eloheinu, Melech ha’olam, hamotzi lechem min Ha’aretz ( gezegend zijt Gij, o Here, onze G’d, Koning van het helaal, die brood uit de aarde voortbrengt. Vervolgens wordt het brood gebroken en in zout gedoopt (niet doen met chocolade versie 😉) als herinnering van het zout van de offers (Lev. 2:13) en omdat zout diende als ondertekening van welk verbond dan ook.
In de traditionele bereiding wordt ook een zegen uitgesproken bij verschillende stappen ( bijv. het toevoegen van de bloem). Daarnaast is het een traditie om na de eerste rijzing een stukje van het deeg te nemen en te zegenen. Dit stukje kan iedere grootte hebben, maar heeft doorgaans de afmeting van een pingpongbal.